zondag 17 februari 2013

Eet date bij Ivory (advies: bestel de steak tartaar)


Lastig om een restaurantrecensie te schrijven als het gesprek met je tafelgenoten smaakvoller was dan de maaltijden die op de borden verschenen. Het begon met aardige amusehapjes: tomaten met een zoete druppel erop, bleekselderijsticks in mayonaisedip en truffelchips die mij aan het knabbelen zetten.

Na het bekijken van het menu hadden de vrouwen in het gezelschap een voorkeur voor vis en witte wijn, de man voor vlees en rode wijn, dus een goede smaakverdeling. De vis viel wat tegen. De warme zeebaars was gaar, zij het wel iets te en ook gepresenteerd op risotto die niet was gemaakt van arborio maar van een alledaagsere rijstsoort. De rauwe tonijn werd gepresenteerd als een dominospelletje in de vorm van een platte pagina op een bord: vierkante plakjes tonijn en garnalensalade omgeven door een doosrand van avocado. Het waren diverse ingrediënten door elkaar: rauwe en gare tonijn, gebakken garnalen erop en avocado eromheen gedrapeerd. Op de menukaart leek het een aantrekkelijke combinatie, maar in de mond was het wat minder overtuigend.

Dan was het vlees echt beter: de steak tartaar. Die kregen we, bij toeval, allemaal voor ons en werd door iedereen het lekkerste gevonden. Het augurkje erbij, de druppels chorizomayonaise en het krokante mini broodplakje werkten prima.

En dan de toetjes. Ook hier een beetje teveel van alles door en naast elkaar; al die smaken die als blokjes, knikkertjes en druppeltjes op het bord waren gedrapeerd. Wel mooie presentatie op het bord, maar geen overtuigende combinatie in de mond. Dat was wel zo bij de steak tartaar en die zal dan ook wel blijven hangen in mijn hoofd.

zaterdag 19 januari 2013

Friet bij Vuurens. Onderdeel van vergelijkend frietonderzoek Nijmegen centrum

‘De Burcht heeft de lekkerste friet van Nijmegen’. Zo meende ik zelf als vaste klant en hoorde ik ook van verschillende andere mensen. Voordat De Burcht er was in het centrum van Nijmegen, ging ik meestal naar Vuurens. Daar loop ik nog vaak langs, vraag me dan af hoe het er nu zou zijn en wilde het daarom nog eens uitproberen. De Burcht ging na kerst op vakantie en ik dus op naar Vuurens.

Bij Vuurens kun je de friet op een bord krijgen en met plezier ging ik zitten in deze restaurantachtige setting. Mijn tafelgenoot en ik bestelden allebei een bord frietjes met bijgerechten die je niet bij De Bucht kunt krijgen: bockworst en gebakken eieren. De spiegeleitjes waren prima gebakken, maar best lastig om te eten, zo over de frietjes heen gedrapeerd. De bockworst at ik overmatig mee van het bord aan de overkant van de tafel. Ik houd zelf niet zo van kroketten en frikandellen, dus voor mij 1-0 voor Vuurens wat de bijgerechten betreft. Dan de sauzen: bij Vuurens is dat frietsaus, bij De Burcht zijn er verschillende mogelijkheden: van Zaanse en Vlaamse mayonaise tot tartaarsaus. Stand na de sauzen: 1-1.

Nu de friterie zelf. De Burcht heeft een paar ronde tafeltjes en een barretje aan de muur waar je de in plastic bakjes en papieren puntzakken geserveerde friet met mayo en je kroket of frikandel (e.d.) kunt happen. Dan weggooien en wegwezen. Bij Vuurens kun je aan een paar kleine tafeltjes zitten en je krijg je de friet met bijgerecht op een bord aan tafel geserveerd, inclusief bestek en servetten. Uit het station komend na je werk kun je dus even heel rap ‘uit eten’. De stand helt weer een beetje over naar Vuurens.

Dan tot slot de friet zelf. In mijn geheugen maakte Vuurens vroeger friet met heel veel harde en bruine stukjes. Daarom kwam ik er uiteindelijk ook niet meer. Dat was nu minder. En die stukjes zijn er altijd, ook bij De Burcht en andere friettenten. Toch neig ik ernaar te beweren dat De Burcht wat betere zelfgemaakte frieten bakt: meer grote brede frieten ertussen die je lekker kunt dippen in de mayo. Kan De Burcht dan misschien niet ook beginnen met het aanbieden van gebakken eieren en bockworst? Dan weet ik definitief hoe, voor mij dan, de stand is wat friettenten Nijmegen centrum betreft.

Savarijn als uitvalsbasis

Bezoek aan Leuven kon niet doorgaan. En met gevoel van spijt daardoor ook niet het diner bij restaurant Luzine van Jeroen Meus, de chef met het kookprogramma Dagelijkse Kost op de Belgische TV. Daarom maar een bezoek aan het Savarijn in Nijmegen ingelast. Voor mij een programma met bekende kost, maar wel altijd rustig en ontspannen uit eten.

Het was een rustige zaterdagavond en verschillende tafeltjes bleven leeg (het was immers begin januari). Die bekende kost deed ik ook mezelf aan door, zoals altijd, te beginnen met zes rauwe oesters en bijpassende wijn. Helaas was de wijn erg neutraal en de hoop dat het goed zou smaken bij de oestertjes werd evenmin bewaarheid. En in het lekkere zoute vocht van elke schelp rustten nog gruisrestjes.

Betere wijn-spijscombi was de Weissburgunder bij wederom een voorgerecht (want een hoofdgerecht is wat te veel en zo blijft er nog plaats voor een dessert). Ik koos dit keer voor iets uit het dagmenu: de bloedworst met chips van buikspek, geserveerd met in azijn gemarineerde witte kool en appeldressing van. Best lekker, maar volgende keer toch maar weer liever het bord risotto met Reypenaerkaas, met daarop gebakken kalfszwezerik. Die werd geserveerd met een Spätburgunder.

Goed was in ieder geval het brood dat op tafel kwam te staan en ook de persoonlijke groet die de eigenaar aan tafel kwam brengen – aan meerdere gasten. Ik voelde me op mijn gemak, in een rustig interieur met kunstelementen en zonder harde muziek. Geen bijzondere en vernieuwende spijzen, geen toppertje, maar een veilige plek om terug te komen als uitvalsbasis.

vrijdag 11 juni 2010

Zaterdag bij C-Jean in Gent


Een Volkskrantartikel van Mac van Dinther over diens culinaire Ronde van Vlaanderen, deed ons likkebaardend afreizen naar Gent. Daar wachtte ons, zo hoopten we, Jan van Eijcks ‘Aanbidding van het Lam Gods’ in de Sint-Baafskathedraal, gevolgd door heel wat profanere genietingen, bereid door chef Jason Blanckaert, die de pollepel zwaait bij restaurant C-Jean.

Spijtig genoeg bleek Van Eijcks majestueuze veelluik op moment van bezoek te worden gerestaureerd. Maar helaas gaf ook C-Jean weinig aanleiding tot privé-devotie van onze kant. Het dinermenu was redelijk aan de prijs – 75 tot 85 euro voor een menu van zes gangen – maar “ach die Mac van Dinther weet waarover ‘ie ’t heeft”. Bovendien kostte de ‘bloemkool, tarbot, asperges en hazelnootboter’ à la carte al een luttele € 59 en voor dat geld, zo redeneerde mijn disgenoot, “kan ik makkelijk een printer kopen.”

Ons menu startte met Noordzeegarnaal, koolrabi, dragon en appel, rap gevolgd door Oosterscheldepaling, zuring, radijs en mosterd. Kleine gerechtjes, waarbij de diverse ingrediënten niet echt met elkaar noch met de wijn wilden mengen. De Noordzeekrab op asperges, met een nage van chardonnay/hazelnoot en krokant-zoute accenten van kappertjes begonnen we te snappen. Maar pas bij het ´Texel lam, yoghurt, daslook, girolles´ sprongen we op: roze filet, zachtgegaard stukje nek en krokante zwezerik.

Nee, zeker niet slecht. Nee, ook mooi gepresenteerd. “Maar voor die 75 euro hadden we er graag airco bij willen hebben!!!!!”, schreeuwden mijn tafelgenoot en ik tegen elkaar - aangezien ook de akoestiek naadje was. Het was bij C-Jean te warm, te druk en veel te rumoerig om nog een redelijk gesprek te voeren. Daar kon ook een rabarber-toffeetoetje en een pure chocola-met-waterig-sinaasappeldessertje geen verandering in aanbrengen. En voor dat bedrag hadden we bovendien niet ons bestek willen hoeven aflikken, want de bediening legde de door ons gebruikte lepel en vork gewoon weer terug op tafel.

‘Het moet wel een beetje relaxed blijven’, aldus kok Blanckaert in het Volkskrantartikel, ook al heeft zijn C-Jean een ster gekregen. De bediening heeft daar (bestekje meer of minder) inderdaad geen problemen mee, maar als gast stapte ik vermoeid, oververhit en schorgesproken naar buiten, al blij om alleen de buitenkant van de Sint-Baafs te mogen aanschouwen.

zondag 15 november 2009

Anna eet bij: Luzine, Leuven


Een restaurant kan voor mij de pot op, als men vasthoudt aan een ‘fijne rode port’ bij het kaasdessert. Mocht de sommelier echter al een witte wijn voorstellen, dan ben ik bereid de persoon in kwestie te zoenen (bij Bart à Vin te Antwerpen wist mijn tafelgenoot mij hiervan nog te weerhouden). Maar toen Luzine een kaasplankje serveerde met uitsluitend schapenkazen en daarbij ook nog eens ongevraagd
een tripel inschonk, werd het mij nat voor de ogen.

Maar Luzine zou Luzine niet zijn, als het al niet zoetekes aan zou hebben toegewerkt naar deze climax. Luzine is het restaurant van Jeroen Meus, stadskok van Leuven. Deze charmante, ontwapenende jongeman kende ik van een Belse TV-show, waar hij altijd zo enthousiast wist te vertellen over Vlaamse producten. Oh Jeroen, dacht ik, kookte jij maar eens voor mij – en reserveerde bij Luzine. Maar Luzine is niet open en ontwapenend, maar geheimzinnig en spannend. Een donkere wandeltocht langs de dokken brengt je op een onheilzame plaats waar de Artois-brouwerijen rookpluimen spuwen en een betonnen trap leidt naar een Health Club. Op nummer 15 geen enkel spoor van Luzine. Ook bovenaan de trap, in een slechtverlichte stalling enkel wat motoren. En een deur.

Open die deur. Treed binnen in a fourth dimension, waar alleen jij van wist. En, zo blijkt later die avond, diverse Leuvenaren. We zitten in een rustige, wat donkere ruimte die strak aandoet maar anderzijds grappig barokke versieringen kent; superstrak en over the top tegelijk. Dat is niet zo met het eten: de diverse rondes amuses (van garnalenbitterballetjes, dorade met bloemkool tot witlofsoepje) zijn beheerst uitgevoerd, verrassend vormgegeven (grijze garnaaltjes op knolselderijcrème in een mini-vissenkom) en superverfijnd.

We kunnen kiezen uit, maximaal, vijf gangen, maar gaan voor het Ambassador-menu van drie, inclusief wijn (waarvoor we per persoon 65 euro kwijt zijn). De tartaar van limousinrund en kingcrab brengt aan tafel zachte ‘mmmmmmmmm’-geluiden teweeg. Tartaar, daar houden we wel van, zeker als ´ie vers gehakt is met het mes. En die grove stukken krab, wat lekker en wat geeft dat zure appeltje met dragon een fijn tegenwicht.

Nee, Luzine is niet van het moleculaire, maar leunt sterk op de Belgo-Franse kooktraditie: het hoofdgerecht brengt ons eendenborst en –pootje, met een koolstoempje, bietjes en een aardpeercrème die ik het liefst van het bord had willen likken. Maar ik wil de sommelier, die telkens ruimhartige de glazen komt bijschenken, niet voor het hoofd stoten met deze typisch Nederlandse gewoonte.

Ik voel me verwend, gemasseerd door de luxe en de gastvrijheid van Luzine. Onderhand behoorlijk teut, neemt mijn tafelgenoot nog het chocola, peer, en poire william-dessert. Ik ga voor de kazen. Waarmee het kwaad is geschied. Ik besluit naar Leuven te verhuizen.

vrijdag 23 oktober 2009

Anna Sanchez eet bij: One, Roermond


Vanwege een tip belanden we op een doordeweekse dag in een buitenwijk van Roermond, waar restaurant One is gevestigd. One staat (nog) niet heel zwaar op de kaart van de nationale restaurantgidsen en we zijn dan ook de enige lunchgasten. Dat vinden we helemaal niet erg, want na een week Madrid zijn we het vechten om tapas en het neus aan neus, staande eten moe. Maar het komt ook door de ruime, rustige aanpak van One. De bediening is er, maar niet aanwezig – heel wat anders dan bij een eerdere, dunbevolkte lunch bij Le Marron in Malden, waar de bediening praktisch met ons mee at.

We aarzelen over het lunchmenu, maar hebben toch geen zin in twee keer vis. Bovendien biedt de kaart te veel lekkers dat we alleen al tekstueel willen bestuderen. Tijdens deze zelfstudie worden we door de keuken alvast geamuseerd met een dobbelsteentje koude zalm waar, bij het oplichten van de stolp, de kringetjes rook en een sterke houtgeur uit opstijgen. Daarna volgen nog een hoorntje met zalvende pastinaakcrème en een flesje snert. De winter is begonnen, daar kan ook een zonovergoten week Madrid niets meer tegen doen.

We besluiten te beginnen met sashimi van tonijn, met schuim van rijst en een wasabisorbet. Het gerecht ziet er prachtig uit, waarbij alle elementen van een traditionele sashimi (rauwe vis, zoute sojasaus en zure gember) uiteen zijn genomen en weer samengebracht met modernere varianten, zoals zure appel en zure biet. Het had alleen ietsje zouter gemogen.

Daarna valt de keus op de kalfswang en -zwezerik met anijspaddestoelen, truffeljus en polenta. Het stukje kalf is om te zuigen en het allerbeste van het hele bord. De zwezerik is, net als de polenta, licht gepaneerd en gebakken. Da’s pech, want juist met de polenta had je zo lekker de jus kunnen opsoppen. De anijspaddestoelen zijn vervangen door kleingesneden worteltjes, bietjes, meiknolletjes en aardpeercrème. Fantastisch bij de kalfswang, dat wel, maar we kunnen er niet meer omheen: het is definitief winter geworden.

De Tarte Tatin met maple syrup heeft een diepwarme, bijna alcoholische smaak en ook de rabarber met kokos en yoghurtroomijs stemt blij. Nog verheugder zijn we als we als blijkt dat One niet-koffiedrinkers serieus neemt en een goede theekaart heeft.

Blij worden we zo wie zo van One: mooie gerechten, interessante combinaties, fijne portionering en niet overdreven duur. We nemen ons voor One geen eenmalig avontuur te laten zijn.

zondag 11 oktober 2009

Anna bij Manna


Het was een zware zondag. Misschien niet helemaal de juiste stemming om met een open blik een nieuwe eetgelegenheid uit te proberen. Maar te verleidelijk om niet te doen - zeker als je weet dat ze er cocktails serveren en je daar aan het einde van de middag wel aan toe bent. Hotel-bar Manna ("Expect the unexpected ... ") is gevestigd aan de Oranjesingel in Nijmegen, in het voormalige gebouw van de Kerk van de Nazarener. Het hotel (uiteraard: boutique-) telt slechts zes kamers, dus de winst lijkt gehaald te moeten worden uit het eet- en drinkgedeelte. De opzet daarvan is on-Nijmeegs hip: aan de bar zijn drankjes en fingerfood te nuttigen, waarna je kunt doorschuiven naar een tafeltje voor het echte werk. Aan reserveringen doen ze niet. De kaart kent alleen kleine gerechten (formaat voorgerecht) waaruit te combineren valt. Prijzen lopen uiteen van 7 tot 38 euro, dus pas op wat je kiest. Porties kunnen eveneens nogal verschillen.

We beginnen aan de bar met, als gezegd, een cocktail en een portie 'ripjes' (sic). De cocktails zijn matig, de ripjes aan de taaie kant. De bijgeleverde vazen met nootjes stillen onze eerste honger. We schuiven door naar de tafeltjes in dezelfde mooie ruimte met een moderne aankleding en een open keuken waarvan de afzuiging helaas niet optimaal werkt. Geen hele grote honger meer, dus we gaan voor de tartaar van respectievelijk zalm en rund. Niet onaardig, beetje flauw, en de rundertartaar is onrustbarend bruin. Dat wordt hopelijk geen doorwaakte nacht. De beschikbare wijnen zijn alle speciale Manna-wijnen, maar te proeven aan onze keuze (Sauvignon respectievelijk Merlot) is hierbij de marketing boven de kwaliteit gesteld.

Toch nog maar een toetje, al hebben we daar bijna geen zin meer in als in de keuken de vlam in een pan met vis slaat en de walm het restaurant in trekt. Gebakken banaan met kokosijs en 'Bread and Butter' met vanille-ijs. De toetjes vormen het beste deel van de maaltijd, niet hemelbestormend, wel kwalitatief ruim voldoende. Het grootste deel van de zeer gemengde cliëntèle lijkt overigens geen last van de open keuken te hebben en is druk in gesprek. Te druk: je kunt elkaar op een gegeven moment haast niet meer verstaan. De bediening is prettig, zij het wat rommelig en hier en daar enigszins amateuristisch. Een leuke ervaring maar geen aanrader voor een rustig avondje romantisch dineren. De website kan het niet treffender omschrijven: “Manna heeft een open keuken, u bent met al uw zintuigen betrokken bij het kookproces”.