zondag 15 november 2009

Anna eet bij: Luzine, Leuven


Een restaurant kan voor mij de pot op, als men vasthoudt aan een ‘fijne rode port’ bij het kaasdessert. Mocht de sommelier echter al een witte wijn voorstellen, dan ben ik bereid de persoon in kwestie te zoenen (bij Bart à Vin te Antwerpen wist mijn tafelgenoot mij hiervan nog te weerhouden). Maar toen Luzine een kaasplankje serveerde met uitsluitend schapenkazen en daarbij ook nog eens ongevraagd
een tripel inschonk, werd het mij nat voor de ogen.

Maar Luzine zou Luzine niet zijn, als het al niet zoetekes aan zou hebben toegewerkt naar deze climax. Luzine is het restaurant van Jeroen Meus, stadskok van Leuven. Deze charmante, ontwapenende jongeman kende ik van een Belse TV-show, waar hij altijd zo enthousiast wist te vertellen over Vlaamse producten. Oh Jeroen, dacht ik, kookte jij maar eens voor mij – en reserveerde bij Luzine. Maar Luzine is niet open en ontwapenend, maar geheimzinnig en spannend. Een donkere wandeltocht langs de dokken brengt je op een onheilzame plaats waar de Artois-brouwerijen rookpluimen spuwen en een betonnen trap leidt naar een Health Club. Op nummer 15 geen enkel spoor van Luzine. Ook bovenaan de trap, in een slechtverlichte stalling enkel wat motoren. En een deur.

Open die deur. Treed binnen in a fourth dimension, waar alleen jij van wist. En, zo blijkt later die avond, diverse Leuvenaren. We zitten in een rustige, wat donkere ruimte die strak aandoet maar anderzijds grappig barokke versieringen kent; superstrak en over the top tegelijk. Dat is niet zo met het eten: de diverse rondes amuses (van garnalenbitterballetjes, dorade met bloemkool tot witlofsoepje) zijn beheerst uitgevoerd, verrassend vormgegeven (grijze garnaaltjes op knolselderijcrème in een mini-vissenkom) en superverfijnd.

We kunnen kiezen uit, maximaal, vijf gangen, maar gaan voor het Ambassador-menu van drie, inclusief wijn (waarvoor we per persoon 65 euro kwijt zijn). De tartaar van limousinrund en kingcrab brengt aan tafel zachte ‘mmmmmmmmm’-geluiden teweeg. Tartaar, daar houden we wel van, zeker als ´ie vers gehakt is met het mes. En die grove stukken krab, wat lekker en wat geeft dat zure appeltje met dragon een fijn tegenwicht.

Nee, Luzine is niet van het moleculaire, maar leunt sterk op de Belgo-Franse kooktraditie: het hoofdgerecht brengt ons eendenborst en –pootje, met een koolstoempje, bietjes en een aardpeercrème die ik het liefst van het bord had willen likken. Maar ik wil de sommelier, die telkens ruimhartige de glazen komt bijschenken, niet voor het hoofd stoten met deze typisch Nederlandse gewoonte.

Ik voel me verwend, gemasseerd door de luxe en de gastvrijheid van Luzine. Onderhand behoorlijk teut, neemt mijn tafelgenoot nog het chocola, peer, en poire william-dessert. Ik ga voor de kazen. Waarmee het kwaad is geschied. Ik besluit naar Leuven te verhuizen.